Johannes de Doper

Johannes de Doper

Johannes de Doper

Een Engel van Licht, komende vanuit het Oneindige Hart van Jezus, brengt ons de hartslag van Liefde die bij ieder hart aanklopt, vanaf het Begin van de Schepping. De Engel brengt ons het Geschenk van de Liefde en het bewustzijn dat “niemand zo sterk is dat hij niet wordt liefgehad”.

De dorst van Jezus is een dorst van Liefde en in het Heelal klinkt nog steeds Zijn laatste vraag die Hij vanaf het Kruis opzond: “Ik Heb dorst”.

Jezus heeft ons lief, maar om ons volledig lief te hebben moeten wij hem liefhebben.

Jezus heeft de uitwisseling van Liefde in de Schepping gebracht.

“Hebt elkander lief zoals Ik jullie heb liefgehad”, zegt Jezus; alleen in de uitwisseling komt de Energie van de Ware Liefde naar buiten.

De Engel van Licht is gekomen om ons te vertellen van de Heilige Ontmoeting tussen de Maagd Maria en haar nicht Elisabeth, en van de schitterende Ontmoeting van de twee Hemelse Kinderen in hun schoot.

Dank aan de Vader van de Liefde, Jezus, die niet alleen in dit ondermaanse is neergedaald om alle zielen te bevrijden die slaaf van de dwaling waren geworden, maar die ook heeft gezegd:

“Ik Blijf bij jullie tot aan het einde der tijden”.

Dit is oneindige Liefde: dat Jezus ons niet alleen de Verlossing heeft gebracht, maar ook dat Hij bij ons blijft tot aan het einde van tijd en ruimte.

Toen Elisabeth op hoge leeftijd door toedoen van de Heilige Geest zwanger werd verborg zij zich vijf maanden lang, om in zich zelf het grote Geschenk te begrijpen dat God haar had gegeven. Toen Elisabeth zes maanden zwanger was kwam de Maagd Maria bij haar om gastvrijheid te vragen omdat zij, zwanger geworden door het Werk van de Allerhoogste, uit de Tempel was weggestuurd om een religieus schandaal te vermijden. Maria was elf jaar oud, toen zij, door toedoen van de Heilige Geest van de Vader Die Is en Alles Voortbrengt, zwanger werd van een Kind.

De ouders van Maria, Joachim en Anna, waren al lang geleden heengegaan en de kleine Maria had niemand meer, behalve een oude nicht, die Anna heette. Maria die ongehuwd zwanger was en bovendien binnen de Tempel verbleef, liep het gevaar om volgens de wetten van die tijd gestenigd te worden; het was daarom dat de Heilige Geest, in de grootst mogelijke stilte, Maria eerst bij Elisabeth verborg en haar vervolgens toevertrouwde aan een rechtvaardige en Godvrezende man, Jozef genaamd.

Ook Elisabeth was verstoten door de samenleving, omdat zij kinderloos was omdat zij onvruchtbaar was, terwijl zij bovendien gehuwd was met een priester, Zacharias, die in de Tempel predikte; in die tijd werd kinderloosheid beschouwd als een straf van God.

De mensheid zag zowel Elisabeth als Maria als schandalige wezens.

De samenleving had Maria en Elisabeth verstoten, maar de Allerhoogste, de Vader van de Liefde, omarmde hen.

Toen Maria drie maanden zwanger was ging zij op reis om gastvrijheid te vragen aan haar nicht Elisabeth.

Zodra Elisabeth de schitterende groet van de Maagd Maria ontving werd zij vervuld van de Heilige Geest; ook het kind Johannes dat zij in zich droeg sprong op in haar schoot toen het Kind Jezus, de Verlosser, in Maria tot hem kwam.

De ontmoeting tussen de Ziel van de jonge Maria, die de nieuwe Moeder, de Genade, vertegenwoordigt, en de ziel van de oude Elisabeth die de vrouw vertegenwoordigt, dochter van Eva die aan het einde van haar aardse ontwikkeling is gekomen, was een ontmoeting van Genade voor de gehele Schepping.

En de ontmoeting in de Geest tussen het Kind Jezus, de Verlosser en het Kind Johannes, de Laatste Profeet, was een ontmoeting die in het gehele Universum van de Schepping een stralend Licht verspreidde.

Maar waarom kwam Maria in de zesde maand van de zwangerschap van Elisabeth bij haar!

In de eerste vijf maanden hieven de vijf zintuigen van Elisabeth, die de vrouw vertegenwoordigt die in de schepping uit de man is ontstaan, hun ogen ten Hemel en maakten zich los van de aantrekkingskracht en de begeerte, die op het lage zijn gericht.

De zesde maand vertegenwoordigt de zesde dag van de Schepping, waarin de Mens werd geschapen. Maria komt daarom in de zesde maand, opdat in het Kind Johannes de Mens kan ontstaan; en zij bleef tot aan de negende maand, opdat “Zes” zich omvormt tot “Negen”, opdat alles zich Verheffe.

Jezus bleef in de schoot van Maria drie maanden bij Johannes, opdat Hij de drie niveaus van het lichaam, van de ziel en van de geest van Johannes kon vervullen met de Nieuwe Impuls van de Liefde Die Is en Alles Voortbrengt. Maria en Elisabeth baden in die drie maanden dag en nacht, om een te kunnen blijven met het Licht van de Heilige Geest dat in hen en om hen schitterde. En ook baden zij tot God, om alle problemen en laster aan te kunnen waaraan zij volgens de wetten van die tijd door de mensheid, die hen beschuldigde van overspel en verraad, werden blootgesteld.

Maar de Heilige Kinderen die Zij in Zich droegen, kwamen noch uit het vlees noch uit het bloed van de schepping voort, maar uit de Heilige Geest; de twee Nichten werden daarom door hun Eigen Kinderen beschermd.

In die drie maanden leerden de twee Hemelse Kinderen, Jezus en Johannes, elkaar kennen en begonnen zij in de Geest tot elkaar te spreken. Jezus had zich tot Zoon van God en Zoon van de Mens gemaakt, want Hij was Binnengegaan in de Schepping, Dochter van de Schepper en Had daarom de Beeltenis aangenomen van God en van de Mens.

Door zich tot Zoon van God en Zoon van de Mens te maken heeft Jezus Zijn Diepe Eerbied betoond voor God, Zoon van de Schepper, alsook zijn Diepe Eerbied voor de Mens, Zoon van God. Jezus heeft de Schepping en de Schepper niet veroordeeld, maar heeft, integendeel, Zijn Diepe Eerbied betoond tegenover iedere Wil, die volledig vrij is in zijn keuzes.

Maar Jezus geeft aan de Schepping het Voorbeeld van een Hogere Wil: de Wil van de Vader Die Is en Alles Voortbrengt, de Wil die in de Volmaakte Liefde werkzaam is.

Jezus heeft zich niet tot Vader maar tot Zoon gemaakt, opdat alle wezens die zich tot vader hebben gemaakt leren dat zij weer zoon moeten worden en eerst hun Schepper en daarna hun Oorspronkelijke Vader: de Vader Die Is en Alles Voortbrengt, moeten herkennen.

Jezus is gekomen om de Schepping te redden en niet om Haar te veroordelen; om haar te Verlossen en naar de Schepper terug te brengen. Van zijn kant heeft de Schepper ten volle met Jezus samengewerkt om de Schepping naar de Verlossing te brengen, in de Handen van de Vader Die Is en Alles Voortbrengt.

Zo heeft Jezus zich tot Zoon van God en tot Zoon van de Mens gemaakt, maar in werkelijkheid is Hij zelf de Vader Die Is en Alles Voortbrengt.

Johannes de Doper daarentegen is een Engel van God, die naar de aarde is gezonden om de Weg te bereiden voor de Verlosser. Jezus zegt dan ook: “Hij is het over wie geschreven staat: “Dit is Mijn Engel die Ik voor Uw Aangezicht stuur, om voor U de Weg te bereiden Die voor U ligt”. En ook Johannes de Evangelist zegt in de Inleiding over Johannes de Doper: “Hij was niet het Licht, maar hij kwam om van het Licht te Getuigen”.

Johannes is het beste deel dat de Schepping kon bieden ter voorbereiding van de komst van het Licht Dat Is en Alles Voortbrengt.

Johannes is de laatste Profeet, hij sluit de kringloop der Profeten en bovendien is hem de moeilijke Taak toevertrouwd om de Spirituele Brug te slaan tussen de Wet en de Liefde Die Is en Alles Voortbrengt die Jezus ons heeft gebracht. Jezus zei: “Ik ben niet gekomen om de Wet af te schaffen maar om haar te Vervolmaken”.

Dit doet ons begrijpen dat de Wet niet volmaakt was, maar nodig was gebleken om weer Orde te brengen tussen de schepselen, die in Spirituele wanorde, in lichaam zowel als in ziel en geest, verdwaald waren geraakt.

Om de Volmaaktheid in de Wet te brengen bracht Jezus de twee geboden van de Liefde tot ons: “Heb God lief boven alles en heb uw naaste lief als u zelf”.

Jezus heeft iets volledig nieuws gebracht: “de Liefde”.

De Liefde met de hoofdletter “L” is door Jezus, die Haar Zelf rechtstreeks van de Vader Die Is en Alles Voortbrengt had ontvangen, tot ons gebracht.

Jezus zegt ons niet dat wij Zijn Vader, de Vader Die Is en Alles Voortbrengt, moeten liefhebben, maar dat wij boven alles onze Vader, God, moeten liefhebben; pas daarna zullen wij de Vader der Vaderen leren kennen: Hij Die Is en Alles Voortbrengt.

De schepselen kenden de verslavende liefde met de kleine “l”; dat is de liefde die door de aantrekkingskracht van de zintuigen en door de banden van het bloed bepaald wordt; het is een bedrieglijke liefde, die de ziel gevangen zet in moeilijk te ontsluiten ketenen.

De Liefde die Jezus heeft gebracht is vrij en maakt de schepselen die Hem in hun hart aanvaarden vrij.

Tot aan de Komst van Jezus had God Zijn Licht geopenbaard door middel van zijn boodschappers, maar Zijn Liefde had hij teruggetrokken, opdat de schepselen, in verval geraakt, minder energie te verspillen zouden hebben in de dwaling.

Zo schenkt Jezus iets geheel nieuws aan de Schepping die verlost wil worden: want de Oorsprong van Jezus gaat aan de Schepping vooraf.

Johannes de Doper zei dan ook: “Hij die na mij komt was vòòr mij”.

De grote Taak van Johannes was, om Jezus Waarheid te herkennen en om hen die gereed waren uit te nodigen om Jezus te volgen.

Johannes de Doper ontving een Taak van God die hem zei: “Hij op wie je de Geest zult zien neerdalen en zich zetelen: Hij is Mijn Uitverkoren Zoon die niet met water maar met Vuur zal dopen: de Heilige Geest”.

Zo moest dus Johannes de Doper zich voorbereiden op het herkennen van de Messias, de Verlosser en ten overstaan van Jezus de woorden spreken: “Het is goed dat Ik klein word en dat Hij Groot wordt.”

Maar Johannes, die zoon van de Schepping is, ontving ook een taak van de God van de onvolmaaktheid, de God van de scheiding; deze zei tot hem: “Hij op wie je de Geest, in de vorm van een duif, zult zien neerdalen, Hij is het die je moet bestrijden, want Hij neemt niet volledig de Wet in acht en hij Verricht op de dag van de Sabbat daden, hij knielt niet en hij zweert geen trouw aan hen die de Waarheid bezitten: de priesters. Ik vraag je niet om Jezus te doden, maar om hem over te dragen in de macht van hen die hem doden kunnen”.

Ziehier de grote innerlijke strijd van Johannes de Doper: aan de ene kant nodigt de God van de Liefde Johannes uit om voor Jezus de weg te bereiden, aan de andere kant vraagt de God van de scheiding Johannes om Jezus te doden.

Vanaf het moment dat hij in de schoot van zijn moeder werd ontvangen heeft Johannes de Doper deze innerlijke strijd gestreden. Het is daarom dat Jezus drie maanden bij Johannes bleef toen zij beiden in de schoot van hun moeder waren: om het Lichaam, de Ziel en de Geest van Johannes de Doper te vervullen van de nieuwe impuls van de Liefde Die Is en Alles Voortbrengt.

Vanuit de schoot van zijn moeder vertelt Het Kind Johannes aan Jezus, die op de Aarde was neergedaald om de Orde te brengen, over hoe daar een andere orde heerst: in het verlangen naar voedsel, in de ijdelheid, in de verhouding van de mensen tot elkaar en tot God en vooral ook over de orde in de sexualiteit, die geen regels en beperkingen meer kende.

Vanuit de Schoot van Zijn Moeder antwoordde Jezus dat Hij was gestuurd, niet om te oordelen wie goed en wie slecht, wat juist en wat niet juist is, maar om in ieder hart de Volmaaktheid te brengen. En het Kind Johannes begon, vanuit de schoot van zijn moeder, een nieuwe, nooit eerder gehoorde taal te ontwaren.

Johannes vertelde verder dat hij door God was gestuurd om aan de Schepping het niet-begeren te brengen, in een nieuw evenwicht: Johannes begeerde zelf dan ook geen voedsel, geen drank, geen kleding, geen vrouw en zijn huis was de woestijn.

Jezus antwoordde dat hij was gezonden door de Vader van de Liefde, de Vader van alle Vaderen, om datgene te brengen dat de grote honger en de grote dorst van de Mens stilt: “de Liefde”.

Voordat hij geboren werd nam Johannes Jezus in vertrouwen en openbaarde aan Hem de grote innerlijke strijd die hij in zijn hart voerde: de angst dat hij niet de Verlosser zou herkennen, de schaamte dat hij Jezus niet zou aanvaarden en de verleiding om Jezus te bestrijden.

Maar Jezus zei nooit tot Johannes: “Ik Ben de Christus”; want Johannes moest zelf in zijn hart Jezus Waarheid ontdekken en herkennen aan Zijn Heilige en Ware Daden. Jezus het Kind waarschuwde daarentegen Johannes, voordat deze in dit aardse bestaan werd geboren, dat allen die de Waarheid zoeken en Deze vervolgens openbaren, vervolgd en gedood worden. Jezus waarschuwde hem dat zij beiden kort zouden leven en de martelaarsdood zouden sterven: Johannes zou worden onthoofd en Jezus zou gekruisigd worden op het hout van het Kruis.

In de drie maanden dat Johannes naast Jezus leefde in de schoot van zijn moeder, verwierf hij bewustzijn, zekerheid en duidelijkheid en begon hij de Liefde in zijn hart te ontwaren. Al als klein kind werd Johannes door de woestijn aangetrokken; want in de woestijn is er niets dat begeerd kan worden.

Johannes bracht het niet-begeren, noodzakelijke overgang voordat de Ware Liefde gekend kan worden, naar de Schepping. Johannes groeide en versterkte zich in de Geest; hij groeide en versterkte zich niet in het vlees, maar in de Geest. Johannes is gekomen om orde te brengen in de wanorde van de sexualiteit, noodzakelijke overgang voordat de beloofde toekomst kan worden binnengegaan, waar Jezus zegt: “de kinderen van deze wereld huwen en trouwen met elkaar, maar zij die waardig bevonden worden voor het toekomstig Rijk, huwen niet en trouwen niet met elkaar, want zij zullen Gods Engelen in de Hemel zijn”.

Toen Jezus zich door Johannes liet dopen, om te doen begrijpen dat het nodig is om aan de hand van Johannes, dat wil zeggen aan de hand van de Spirituele Orde, over te gaan in de beloofde Toekomst, herkende Johannes Jezus, want hij voelde in zijn hart het vuur van deze nieuwe en Zuivere Liefde branden waarmee Jezus hem vanaf dat hij in de schoot van zijn moeder groeide, had overgoten.

Johannes begon op te gaan in een volmaakte vreugde en zei: “Ik ben niet de Bruidegom, maar ik ben de vriend van de Bruidegom en mijn vreugde is volmaakt”.

Toen hij door Herodes werd gevangengenomen wilde Johannes, die wist dat hij gedood zou worden, een definitieve wending geven aan de gespletenheid die in hem leefde en daarom zond hij twee discipelen naar de Verlosser met de vraag: “Bent U Hij die komen zal of moeten wij op een ander wachten?”

Jezus antwoordde de twee discipelen: “Ga terug en breng aan Johannes over wat jullie gehoord en gezien hebben:

de blinden zullen zien

de lammen zullen lopen

leprozen zullen genezen

de doven zullen horen

de doden zullen herrijzen

aan de armen is de Goede Boodschap verkondigd,

en gezegend hij die aan Mij geen aanstoot zal nemen.”

Johannes begreep heel goed dat de laatste door Jezus gesproken woorden – “en gezegend hij die aan Mij geen aanstoot zal nemen” – speciaal voor hem waren gesproken, opdat hij zou begrijpen dat hij, om binnen te kunnen gaan in de door Jezus gebrachte Dimensie van de Liefde, af zou moeten zien van zijn verstand, dochter van een Niet Volmaakte Wet die wèl aanstoot nam aan het nieuwe van de Goede Boodschap zoals door Jezus gebracht.

Jezus en zijn discipelen aten en dronken dan ook met de zondaars, terwijl Johannes en zijn discipelen langdurig vastten en boete deden; Johannes en zijn discipelen baden en zongen, terwijl Jezus niet bad maar Werkte in het Eeuwige Heden, omdat hij rechtstreeks verbonden was met Zijn Vader. Jezus zegt dan ook: “Hoe kunnen de vrienden van de Bruidegom vasten terwijl Hij bij hen is! Zolang de Bruidegom bij hen is kunnen zij niet vasten. Maar er zullen dagen komen dat de Bruidegom van hen weggenomen zal zijn en dan, in die dagen, zullen zij vasten”.

In de laatste dagen van zijn aardse leven en vanuit de gevangenis waar hij zich bevond, aanvaardde Johannes dan ook dat hem, Spiritueel, het hoofd zou worden afgehakt.

Toen Herodes Johannes deed onthoofden presenteerde de Doper zich in de Geest al zonder hoofd, maar hij was met heel zijn wezen binnengegaan in het Spirituele Hart van zijn Vriend Jezus. Over Johannes zegt Jezus dan ook: “Van hen die uit een vrouw geboren zijn is er niemand groter dan Johannes; maar de kleinste uit het Rijk van God is groter dan hij”.

In het Rijk van God was dan ook nog niemand die uit een vrouw geboren is binnengegaan: Johannes was de eerste die, uit een vrouw geboren maar vervuld van de Heilige Geest, het Rijk van God binnenging; hij was de kleinste omdat hij nog maar net het Rijk der Hemelen was binnengegaan.

Zij die zich reeds in het Rijk van God bevonden hadden zich nooit van God verwijderd en waren nooit ingegaan in het rijk van de vrouw.

Johannes de Doper liet zich in de laatste dagen van zijn leven liefhebben door Jezus; hij boog zijn hoofd, zag af van zijn verstand dat geketend was aan de niet-volmaakte Wet en opende zijn Hart voor de Ware Liefde.

Johannes was in zijn hart zuiver gebleven, vrij van begeerte; hij leefde in afwachting van de Ware Liefde. Hem werd de Genade deel dat hij de Impuls van de Liefde van Jezus voelde en de taal van het Spirituele Hart herkende die Jezus hem leerde vanaf het begin van de moederschoot. Johannes de Doper werd toen hij in de schoot van zijn moeder het Kind de Verlosser ontmoette in de Schoot van Maria, vervuld van de Heilige Geest en ontving als eerste de Doop van de Heilige Geest.

Toen Jezus zich door Johannes liet dopen geschiedde het dat de twee Doopsels werden uitgewisseld en het water van de Wet begon te verdampen, op weg naar het Hoge.

Johannes de Doper volbracht niet alleen de moeilijke taak om de Brug te slaan tussen de Wet en de Liefde, maar ook nam hij aan het einde van zijn leven in zijn hart afstand van de Wet zelf, om binnen te kunnen treden in de Liefde.

De God van de scheiding wilde het hoofd van Johannes omdat deze hem niet Jezus had uitgeleverd om Hem ter dood te brengen; maar hij slaagde er niet in om het Hart van Johannes uit te rukken want dat was al in Jezus binnengegaan.

Johannes hield bovendien niet zijn discipelen voor zichzelf maar stuurde hen, toen zij daarvoor klaar waren, voor hij stierf en met voorbijgaan aan zichzelf, naar Jezus: het Licht dat in de duisternis was gekomen.

Johannes was de eerste uit de vrouw voortgekomen mens die Jezus herkende en het Rijk van God binnenging. De Vreugde van God verspreidde zich over de Oneindige Schepping, omdat na eeuwigheid op eeuwigheid een van zijn zonen, dankzij het Verlossende Werk van Jezus, was teruggekeerd naar huis, in Zijn Rijk.

Een diepe Dankzegging aan de sublieme Eenwording van de drie “G”s:

de “G” van Giovanni Battista, Johannes de Doper,

de “G” van Generata di Gesù Salvatore, van Jezus de Verlosser Die Is en Alles Voortbrengt,

de “G” van Giovanni l’Evangelista, Johannes de Evangelist.

De Eenwording van de Drie “G”s heeft de Brug tussen de Wet en de Liefde geslagen.

Johannes de Doper heeft de Wet overgebracht in de Liefde van Jezus en Johannes de Evangelist heeft bijgedragen aan de omvorming van de liefde die heerst in de Schepping in Liefde Die Is en Alles Voortbrengt.

De drie “G”s vormen samen de heldere Regenboog die de Schepping verbindt met het Al dat Is en Alles Voortbrengt. Johannes de Doper is binnengegaan in het Rijk van God; Johannes de Evangelist is binnengegaan in het Begin; Jezus is door het Begin heengegaan en is teruggekeerd in de Schoot van Zijn Vader, in de Liefde Die Is en Alles Voortbrengt, vanwaar hij gekomen is.

Als de drie “G “s in het Hart van een ziel samen zijn onder de drie bogen van de “M” van Maria, kan vandaag niets die ziel meer tegenhouden: zij zal voor altijd binnentreden en leven in de Waarheid.

Dank Johannes de Doper, U bent de Spirituele Orde en de Wegbereider van de herkenning van het Lam Gods, Jezus.

Dank Jezus, U hebt ons de Liefde en de Genade doen kennen die zich geven aan alle wezens.

Dank Vader van de Liefde, U hebt de Vrije Uitwisseling van de Volmaakte Liefde, die tot stilstand was gekomen door de scheiding van U, weer in beweging gebracht: de Uitwisseling van Liefde is het Leven dat Leven Voortbrengt, het is de Liefde die Liefde Voortbrengt.

Dank Maria, zonder U was de Sublieme Eenwording van de drie “G”s, waardoor de Brug kon worden geslagen van de Schepping naar het Al dat Is en Alles Voortbrengt, niet mogelijk geweest.

Dank aan de Engel van Licht, komende vanuit het Oneindig Hart van Jezus.